Werkgevers mogen langdurig zieken niet langer in een slapend dienstverband houden als ze geen dure transitievergoeding willen betalen, zo oordeelde de Hoge Raad afgelopen vrijdag.
Duizenden langdurig zieken in Nederland zijn waarschijnlijk nog steeds in dienst, omdat hun werkgever geen transitievergoeding wil betalen. De Hoge Raad besliste vrijdag dat dergelijke slapende dienstverbanden verboden moeten worden.
Bij een slapend dienstverband zit een langdurig arbeidsongeschikte werknemer thuis en krijgt hij geen loon meer. Maar deze werknemer wordt door de werkgever toch in dienst gehouden, zodat de wettelijke transitievergoeding niet betaald hoeft te worden.
Deze wettelijke transitievergoeding is de ontslagvergoeding waarop een werknemer recht heeft als hij ontslagen wordt na een dienstverband van twee jaar of langer.
Zo kan een langdurig zieke tot de pensioengerechtigde leeftijd 'slapend'- dus alleen op papier - in dienst blijven. Na de pensioenleeftijd vervalt het recht op die transitievergoeding. Goed werkgeverschap houdt volgens de Hoge Raad in dat een werkgever een werknemer niet in een slapend dienstverband mag houden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.
Dankzij de uitspraak van vrijdag zijn werkgevers verplicht om op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer het slapende dienstverband te beëindigen met de betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.
Rechters die in vergelijkbare zaken moeten beslissen, zullen daarbij rekening dienen te houden met deze uitspraak van de Hoge Raad.